Wat “houdt de kinderen bezig”, in plaats van dat we kinderen “bezighouden”.
Grondlegger van de pedagogiek van Reggio Emilia is de Italiaan Loris Malaguzzi (1920-1994). In 1945 was Malaguzzi als leerkracht betrokken bij de bouw van een nieuw kindercentrum in Italië. Hij verdiepte zich in visies over onderwijs aan jonge kinderen en combineerde deze met zijn eigen ideeën en ervaringen tot een eigen pedagogiek.
Communiceren in meerdere talen
Voor kinderen is het zich kunnen uitdrukken en communiceren heel wezenlijk. Maar jonge kinderen doen dit moeilijk met woorden. Zij hebben wel andere manieren om zich te uiten; door te wijzen, ergens naar toe te kruipen, te zingen, te dansen of tekenen en knutselen. Allemaal talen waarmee kinderen hun wereld onderzoeken.
Al deze vormen van communicatie zijn van belang, omdat elke vorm zijn eigen zeggingskracht en mogelijkheden heeft. Er is dan ook veel aandacht voor kunstzinnige vorming om kinderen bewust te maken van de vele uitdrukkingsmogelijkheden.
Dit noemt de gerenommeerde Italiaanse pedagoog Malaguzzi de 100 Talen van kinderen. Hij is de grote inspirator geweest achter de pedagogiek van Reggio Emilia.
Creativiteit
Binnen de pedagogiek van Reggio Emilia is er veel aandacht voor kunstzinnige vorming om kinderen bewust te maken van de vele uitdrukkingsmogelijkheden.
Kinderen houden ervan om bezig te zijn met materialen. Ze willen graag kennismaken met nieuwe materialen. Ze leren hierdoor de mogelijkheden en eigenschappen kennen zonder dat daarbij nog belangrijk is wat voor resultaat ze ermee kunnen behalen. Het is voor hen één grote ontdekkingsreis. De leidsters stimuleren dit door regelmatig knutselactiviteiten te organiseren en door te werken met verschillende materialen zoals water, zand, klei en verf.
Creatief zijn kun je op vele manieren doen. Fantasie verhalen vertellen en eigen liedjes bedenken is ook een vorm van creativiteit. Oplossingen bedenken voor onverwachte situaties vereist zeker creativiteit..
De leidsters geven hierin de ruimte door naar het kind te luisteren, mee te denken en te stimuleren in het zelf bedenken van een oplossing. De opmerking van een kind bijvoorbeeld over zijn schaduw, kan aanleiding zijn om het verschijnsel schaduw verder te onderzoeken.
Het kind ervaart op deze manier dat wat hij zegt ook belangrijk is en dat hij leuke en goede dingen kan bedenken.
Documenteren
Alles wat de kinderen doen, denken, maken, bespreken wordt vastgelegd door middel van foto’s, video’s, cassetteopnames, teksten, gemaakt werk, etc. Deze documentatie dient allereerst als geheugen voor de kinderen waardoor ze op hun ideeën kunnen voortborduren. Daarnaast vormt het gespreksstof voor de volwassenen die de gegevens proberen te analyseren en te interpreteren. Daarbij staat het onderzoeksproces van kinderen voorop en niet het resultaat van hun werk. Tot slot geeft het ouders veel informatie over de dingen waarmee hun kinderen bezig zijn.